Paul Groen is de allereerste gast die langsgaat bij De Kikker om onder het genot van een kop koffie te praten over zijn dagelijks leven en zijn rol, visie en herinneringen binnen onze vereniging.
Beste Paul, wat fijn dat je meedoet en met de Kikker in gesprek wil gaan. In een opzet als deze is het gebruikelijk dat de gast wordt aangekondigd. Maar nu mag je het zelf doen.
Introduceer jezelf eens: wie is Paul Groen?
Als eerste wil ik aan u kwijt dat ik zeer vereerd ben dat u mij wilt interviewen. Dat is een mooi woord voor vragen stellen. Ik ben een groot voetbal liefhebber. Maar wel een heel bijzondere. Omdat ik eigenlijk maar heel weinig weet van de clubs en de voetballers. De meeste van uw lezers weten daar meer van dan ik. Ik werk bij de ambulancedienst in Flevoland als leidinggevende. Thuis heb ik mijn liefde Esther en onze kinderen die allebei bij onze club hebben gevoetbald. Jammer voor mij dat ze allebei zijn gestopt omdat bijvoorbeeld de jongste naar een school ging in het buitenland.
Voor degene die het nog niet weten: wat is jouw rol binnen de vereniging?
Ik ben bij Amstelveen Heemraad de voorzitter van de voetbalclub. Dat betekent dat ik de club in persoon vertegenwoordig. Als voorzitter ben ik net als de meesten van onze club, ‘vrijwilliger’. Dat houdt in dat ik niet betaald krijg voor het werk. Ik doe het omdat ik belangrijk vind dat mensen betrokken zijn bij de vereniging waar ze lid van zijn. En dat geldt ook voor mij.
Ik denk dat er weinigen bij de vereniging zijn die een beeld hebben hoe jouw jeugd eruit heeft gezien. Zou je ons mee kunnen nemen in jouw jeugd en hoe heb je die ervaren?
Ik woonde in Amsterdam. En voetbalde bij DCG in Ookmeer. Dat was een flink stuk fietsen van mijn huis. We voetbalden alleen op gras en het trainingsveld was eigenlijk het leukste veld. Omdat, als het geregend had, het een grote modderpoel was. Tot afgrijzen van mijn moeder natuurlijk. Een wit shirt dat nooit meer wit werd. Als ik niet op school was dan speelde ik buiten. Voetballen waarbij de lantaarnpalen de doelen waren of ‘cowboytje’ spelen. Maar ook heel veel badmintonnen, trefbal of een balspel met wel 30 buurtgenoten (tikkers en lopers). Auto’s waren er niet zoveel als nu. De meeste gezinnen hadden geen auto, dus was er veel ruimte op straat. Op school was ik niet de liefste en het eigenlijk nooit eens met de leiding. Ik moest dan ook vaak op de gang staan en stenen tellen. Maar waarom de meeste docenten mij toch wel aardig vonden, was omdat ik nooit loog. Als ik iets gedaan had wat niet mocht, dan zou ik nooit een ander de schuld geven. Of doen dat ik er niet van afwist. Ik biechtte het gewoon op en nam de straf dan voor lief. We woonden met ons 7-en in een etagewoning. Eerst in de Pijp en later in West. Mijn vader regelde ieder jaar dat er een kennis was die een VW-busje had, want dan ging hij altijd voor 4 gezinnen aardappelen en bonen kopen bij een boer in de buurt van Spaarnwoude. Dan waren dat ongeveer 2000 kg piepers. En 300 kg bonen. Was lekker goedkoop! Stamppot (andijvie, bieten, zuurkool, hutspot, boerenkool) was wat we het meest aten. Nee, we hadden niet veel geld. Maar we misten het ook niet. In onze beleving konden we alles doen! Op vakantie met de fiets naar Drenthe.
Heel eerlijk……? Ik heb zo’n ontzettend leuke jeugd gehad!
Velen zullen weten wie jij bent binnen onze verenging, namelijk onze voorzitter. Maar ik denk dat maar weinig mensen weten wat jou bezighoudt in het leven. Zou je daar meer over kunnen vertellen?
Er zijn best wel veel dingen die ik belangrijk en ook leuk vind. Natuurlijk sport. Nu heb ik de mazzel dat ik niet zo heel zwaar ben. Daardoor kan ik vrij makkelijk hardlopen. Met name lange afstanden zoals bijvoorbeeld halve marathons vind ik leuk om te doen. Ik hou ook veel van films. Bij voorkeur fantasie zoals The Lord of the Rings en Harry Potter. Naast deze leuke dingen ben ik ook voorzitter van een kleine stichting Help Haïti. Die zet zich in voor kleine projecten met als doel: met zo min mogelijk geld een groot doel bereiken. En omdat we dit maar met z’n drieën doen, kunnen we ook zeggen “Iedere euro die wij ontvangen, gaat naar hulp!” Daarnaast proberen we met familie en vrienden ieder jaar een aantal kinderen in Haïti naar school te laten gaan. Want school biedt toekomst! Juist in zo’n arm land. En heel af en toe dan geven we een beetje extra zodat ook zij een beetje kerst kunnen vieren zonder een hongergevoel. Waar ik ook heel blij van word, is dat we met elkaar vriendelijker omgaan met mensen die anders zijn. We zijn er nog niet maar als we het met elkaar belangrijk blijven vinden dan wordt het allemaal beter.
Een vereniging kent naast sport ook een – niet geheel onbelangrijk – sociaal aspect. Welke mensen in je leven koppel je aan Amstelveen Heemraad?
De mensen van Amstelveen Heemraad ben ik maar kort leren kennen. Er zijn heel veel leden die hier al vanaf hun jeugd komen. Soms wel meer dan 40 jaar! Deze mensen zijn mijn voorbeeld. Zij zijn Amstelveen Heemraad! De meesten zien we niet maar op maandagochtend staan hier mannen op leeftijd. Zij zorgen dat de club er weer picobello bij staat. De doelen zijn heel, de vloeren gedweild, troep is opgeruimd… noem maar op. Onbetaalbaar! Dan natuurlijk de mannen die iedere zaterdag, bijna onzichtbaar, zorgen dat de velden er goed bij staan en de wedstrijden op de juiste momenten starten. Ook niet te vergeten de trainers en ouders die belangeloos zich inzetten. Kortom deze mensen zijn enorm belangrijk! En heel belangrijk, zij respecteren elkaar! Omdat ze weten dat iedereen vrijwilliger is. Het schept een band. Ze weten elkaar te vinden. Ook als het niet met de vereniging te maken heeft. Ze helpen elkaar en slaan een arm om elkaar wanneer dat nodig is. Dat is ‘verenigen’!
Je loopt inmiddels al enkele jaren hier rond. Eerst als ouder, teamleider en vlagger van jouw zoon en dochter. En nu al twee jaar als voorzitter. Wat is in die tijd jouw mooiste herinnering bij de vereniging?
Mijn mooiste herinnering? Ik heb er drie! Mag dat ook? Ik doe het gewoon. De eerste was dat mijn zoon kampioen was geworden. Hij had iets bereikt wat ik nooit had bereikt. Tweede was dat mijn dochter een doelpunt had gescoord in een van haar eerste wedstrijden! En als laatste, toch wel het jubileumfeest! Geweldige ervaringen! Om nooit te vergeten!
Jaarlijks stromen er steeds meer jeugdleden de vereniging binnen via de Mini-Pupillen. De jeugd heeft de toekomst. Hoe zou je willen dat de volgende generatie onze vereniging ziet?
Ik zou het zo geweldig vinden dat jonge talentvolle spelers bij ons een start kunnen maken. Wij zijn in staat om de talenten te herkennen! Wij kunnen deze spelers helpen om op een plek te komen die hen past. Soms is het dan ook beter om naar een andere club te gaan. Maar voor de grootste groep wil ik een club zijn die het voetbalspel aantrekkelijk maakt voor alle andere spelers. De ‘goeie’ en ook de ‘mindere’. Bovenal dat ieder heel veel plezier beleeft in het spel en met elkaar. Het is tenslotte niet vreemd dat sommige spelers elkaar al meer dan 40 jaar kennen! Eerst dachten ze dat ze Messi waren maar nu weten ze beter en doen mee met een vriendenteam. De derde helft is voor hen de belangrijkste! Beter, een vereniging waar plezier eredivisie is. En natuurlijk ook een kleinere groep talentvolle teams die voor de goede tegenstand zorgt. Waar andere clubs van zeggen: “O, o we moeten tegen Heemraad. Altijd lastig maar ook al verliezen we… de derde helft daar is top. Wat een aardige mensen op het terrein! ‘’
Als de Kikker nu met een microfoon bij mensen zou langsgaan op een zaterdag langs de lijn of op jouw werk. Hoe hoop jij dat anderen jou zouden omschrijven?
Dan hoop ik dat ze helemaal dicht slaan en geen woord kunnen uitbrengen. Nee dat is flauw. Ik hoop dat ze me vriendelijk vinden. Dat ik er voor de club en voor hen ben. Dat ik heel goed kan dansen –haha-. Dat ik van lachen hou. Dat ik om anderen geef. Dat ik sta voor multi-culti en de regenboog. Dat ik heel slecht tegen onrecht kan. En als laatste, ik niet snel een oordeel vel.